Van videotheek tot horeca-icoon: het
ondernemersverhaal van Ruud Bakker
In 1983 begon het allemaal. Als jonge
Eindhovenaar geboren in Gent, maar vanaf zijn vijftiende volledig ingeburgerd
in de Lichtstad werkte hij in de videotheek van zijn vader. Het
ondernemersbloed stroomde toen al door zijn aderen: een eigen visie, een
gezonde dosis eigenwijsheid en de vastberadenheid om altijd zijn eigen weg te
gaan.
Die eerste stap leidde naar Video Bakker- MovieMAX –
Videoland en Videoland online dat uitgroeide tot maar liefst 660 videozaken.
Uiteindelijk verkocht hij ze allemaal, maar de drang om te ondernemen bleef.
Vastgoed volgde, en daarna opende hij Grill & Bar Dommel 18 in de
Dommelstraat. Samen met een compagnon runt hij ook De Lounge, een
exclusieve skybox in het Philips Stadion.
Daarnaast zet hij zich als voorzitter van de
lokale afdeling van Koninklijke Horeca Nederland in voor zijn
collega-ondernemers. Een rol die hem op het lijf geschreven is: “Als je het mij
goed kunt uitleggen, kan ik het ook goed overbrengen aan de achterban.” Zijn
kracht ligt in zijn vermogen om zowel met ondernemers als met de gemeente
constructief in gesprek te gaan.
Trots op het Brabantse gunnen
Over het
ondernemersklimaat in Eindhoven is hij overwegend positief. Het Brabantse
‘gunnen’ zit diep: eerst kijken in je eigen omgeving, elkaar iets gunnen en
samen vooruitkomen. Maar er is altijd ruimte voor verbetering. Zo vindt hij dat
het ondernemersloket meer maatwerk moet leveren. Geen standaard linkjes, maar
écht meedenken. “Van de tien problemen kun je er acht oplossen als je goed
luistert,” zegt hij. Ook pleit hij voor continuïteit: vaste aanspreekpunten bij
de gemeente en minder wisselingen van de poppetjes.
Kritische noten
Niet alles
verloopt vlekkeloos. Hij is fel tegen het huidige parkeerbeleid en zet
vraagtekens bij het camerasysteem, dat volgens hem steeds meer op een
verdienmodel lijkt. Ook maakt hij zich zorgen over de veiligheid nu veel
fysieke afzettingen verdwijnen.
Wat hem trots maakt
Op de vraag wat hem een goede ondernemer maakt, blijft hij bescheiden: “Dat kan
ik niet zelf zeggen.” Wat hem wél trots maakt, is dat hij al jarenlang met
hetzelfde team werkt. Mensen naar wie hij luistert en met wie hij samen bouwt
aan succes.
Blik op de toekomst
Zijn grootste
uitdaging voor de stad? Het Stationskwartier. “Het voelt als het ondergeschoven
kindje van Eindhoven. Met alle nieuwbouw die eraan komt moeten we dit gebied
echt verfraaien, ook de bewegwijzering kan veel beter.” Over vijf jaar hoopt
hij iets minder te werken, maar de kans is groot dat hij nog steeds midden in
de bedrijvigheid staat.
Zijn motto’s vatten zijn ondernemersgeest perfect
samen:
- Slapen
doe je als je dood bent.
- Van
niets naar iets.
Met die instelling bouwde hij zijn
ondernemersleven op en blijft hij, nu al meer dan veertig jaar later, een
drijvende kracht in de Eindhovense ondernemerswereld.